Psychose

“Een uitvergrote en extreme variant van iets wat we allemaal meemaken.”

Zicht op psychose (1)

Omdat iemand die in een psychotische periode zit het contact met de werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is, valt dit ’toestandsbeeld’ onder de noemer ‘psychiatrisch.’ Dat gegeven neemt Stichting Van de Wereld serieus.

Als vaste waarden veranderen, dan is het hervinden van jezelf een intense krachtsinspanning. Fundamenteel herstel gaat in stappen, of sprongen, en niet in een rechte lijn. Na ‘medisch herstel’ is er vaak ook een ‘maatschappelijk herstel’ nodig.

Hoeveel mensen een psychose doormaken, daar zijn wetenschappers het niet over eens. Afhankelijk van de definitie, en de exacte geografie, heeft ongeveer 33% van de wereldbevolking wel eens een psychotische ervaring meegemaakt. Als je een psychose meegemaakt hebt, ben je dus sowieso niet de enige, en volgens ons: in goed gezelschap.

Omdat de meeste mensen niet openlijk over hun bijzondere ervaringen praten, misschien juist omdat ze zo persoonlijk zijn, gaat een psychose regelmatig gepaard met eenzaamheid en onbegrip. De dominante opvatting in de Nederlandse samenleving is lange tijd geweest dat een psychotische kwetsbaarheid niet verenigbaar is met het nastreven van een vervullende loopbaan. Want: stress zorgt voor disbalans en disbalans wordt gekoppeld aan risico. Weinig werkgevers kiezen voor medewerkers met een hoog risicoprofiel. Gelukkig nuanceren steeds meer mensen deze mening, of bewijzen in de praktijk het tegendeel. Dit alles maakt het toekomstperspectief voor psychose-gevoelige mensen eindelijk een stuk rooskleuriger dan dat het voorheen was.

In Nederland, maar ook in de Verenigde Staten, is die kanteling merkbaar. Er zijn veel mensen die weer zelf de regie willen krijgen over hun leven. Herstel, acceptatie en integratie zijn essentieel om de psychose-gevoeligheid in te bedden in de vele lagen die een mens maken tot wie zij of hij is. Het coachingstraject biedt tools om je bij dat proces op maatschappelijk gebied te helpen.


Artikelen en video’s

Er wordt veel geschreven, gepost, geïnterviewd over psychoses.

Zicht op psychose (2)

Hoogleraar Psychiatrie Jim van Os geeft aan dat een psychose een emotionele ‘ontregeling’ is, en geen cognitieve aandoening. Hij poneert de stelling dat wetenschap zich ook voor kan doen als cultuur. Van Os heeft onderzoek gedaan in verschillende landen en concludeerde hieruit dat er in elk land een andere semantiek gehanteerd wordt als het gaat over het fenomeen psychose. Dat wil mede zeggen dat de opvattingen over dit verschijnsel cultureel bepaald zijn.

Zie ook:   www.psychosenet.nl/revolutie-in-de-psychiatrie/

Volgens hem is een psychose onderdeel van een spectrum; het is een uiterste van een palet dat elk mens – in de basis – bezit. Dat klopt ook, want in theorie kan iedereen psychotisch worden. Na lang doorwerken, na een intercontinentale vlucht met verstoorde slaap of bij een hevige verliefdheid kunnen mensen ervaringen hebben die binnen het psychotische spectrum liggen. Sterker nog: volgens van Os krijgt 30% van de bevolking daar in haar of zijn leven mee te maken. Relevant om daaraan toe te voegen is dat het percentage van de wereldbevolking dat in haar of zijn leven een psychose doormaakt nauwelijks fluctueert; het wordt wereldwijd geschat op ongeveer 3 à 4 %. Oftewel, men zou hier kunnen spreken van een normale verdeling als in een Gausse curve; dat wil zeggen: dit is een constante te noemen. Als dat inderdaad zo is, zou je kunnen concluderen dat psychoses een evolutionair nut hebben. Dat is zo omdat evolutionair nut in deze context die betekenis heeft dat het bestaan van variatie van belang is voor het voortbestaan van een soort. Kijk maar naar de natuur. We kunnen zeggen dat biodiversiteit verschil maakt: als er meer dan honderd soorten kevers bestaan, is de kans groter dat de kever soort de opwarming van de aarde met de daarbij gepaarde stortregens overleeft dan als het er vijf zijn. Op diezelfde voet is het dan voor de aarde als geheel van belang dat niet elk levend wezen exact dezelfde waarnemingen heeft. Voor mensen gaat dit dus ook op. Immers, mensen vormen een onderdeel van het natuurlijke ecosysteem op aarde. Dit heeft tot het gevolg dat er mensen zijn die psychoses niet primair een hersenziekte noemen. En dat is maar goed ook, want dat biedt meer perspectief. Een psychose bestaat volgens hen uit een emotionele ontregeling en geen cognitieve. We weten dat emotie en ratio met elkaar verbonden zijn: ons hoofd zit vast aan de rest van ons lichaam, en in het Nederlands spreekt men bijvoorbeeld van ‘pijn in het hart’, ‘de dingen op een rijtje hebben’ en ‘groen zien van jaloezie’. Dit heeft tot gevolg dat wij meer zijn dan ons brein. Of, beter gezegd, wij zijn niet ons brein, maar veel meer dan dat.

Ons brein is onbetwist heel interessant, en complex. Er is nog veel onbekend. Het is bijvoorbeeld ook nog onbekend waar in de hersenen zich ons ‘bewustzijn’ bevindt. Als we ons realiseren dat taal een cognitieve vaardigheid is, en dat taal verbonden is met emoties en cultuur, dan is het logisch dat taalgebruik belangrijk is. Iemand die een psychose heeft doorgemaakt het etiket op te plakken van bijvoorbeeld ‘bi-polaire stoornis’ of ‘schizofrenie’ biedt noch voor de behandelaar, noch voor de persoon in kwestie perspectief; een dergelijke diagnose helpt niet.

Als iemand zich na een psychose weer goed voelt keert de ‘autonomie’ terug. Dat is een bekend verschijnsel. Terug hakend op het eerder gestelde betekent dit dus ook dat integratie met andere mensen essentieel is. Mensen zijn hyper-sociale wezens. Onze hersenen zitten dusdanig in elkaar dat we elkaars aanwezigheid nodig hebben. Inclusief is meer dan exclusief. Oftewel: uitsluiting is schadelijk.

Misschien is psychose wel een uiting van een -niet onoverkomelijk- onvermogen om dat super fijngevoelige raderwerk –wat onze hersenen zijn– op maat af te stemmen op je omgeving. Wie zal het zeggen?

© Anne Sara Muller, september 2020

Boekentips

Lezen plaats alles in een ander perspectief.

info@vandewereld.org